Vorige week vrijdag kon ik ‘veuniet’ een kookworkshop gaan volgen rond ‘La Croix Fonds’ bij kookatelier ‘Mmmmh’ (met 4 emmen) in Antwerpen. Daar stel ik dan ook graag een blogpost van mijnentwege tegenover!
Met het schrijven van deze post stel ik me ineens ook de vraag ‘Wat is nu het verschil tussen fond en bouillon?’ en verdorie, ik heb er spijt van! Google weet me heel wat te vertellen, maar dat loopt heel ver uiteen. Van ‘’t is exact hetzelfde, gewoon een andere benaming’, tot ‘een fond is een geconcentreerde gelatineuze vloeistof en bouillon is een extract…’. Ook de site van Lacroix zelf doet een poging. Een beetje verwarrend allemaal! De eenvoudigste samenvatting is: Fonds zijn om sauzen te maken en bouillon voor soep. Voila.
Zelf een fond maken is zeer arbeidsintensief en energievretend: eerst moet je (kalfs)beenderen afkoken, dan in de oven zetten met groenten erbij, en dan dat nog eens 8 à 9 uur op’t vuur koken in water. Jawadde! En dat brengt ons dan naadloos bij de fonds van Lacroix 🙂.
Wat we er tijdens de kookworkshop mee gemaakt hebben, kan je hier lezen.
We hebben dan ook nog een schone cadeaumand mee naar huis gekregen met jaja, een aantal potjes fonds in.
Ik wil al lang eens wild klaarmaken en ging ik dus gisteren aan de slag!
Op de site van Lacroix vond ik een recept voor fazantfilet gekonfijte rode biet, puree van pastinaak en raapjes. Ik vond het nogal veel verschillende groenten (rode biet, raapjes, pompoen en pastinaak), dus heb ik het recept wat aangepast. Hier mijn versie:
Oh ja, en misschien moet ik er nog bijzeggen dat het zeer gesmaakt werd zo op een winterse avond, en dat sausje… lekker!
Fazant met wintergroenten (voor 4):
- 600 gr fazantfilet (of een ander stukje)
- pezo en muskaatnoot
- bosje boterraapjes
- 3 pastinaken
- klein stuk pompoen
- groentenchips (die van ’t huismerk van den Deleis zijn echt heel lekker)
- bakboter
- half potje wildfond van geweetwel
- 2dl rode wijn
- 1 dl porto
- ev. wat ‘Maizena instant voor donkere sauzen’ en suiker
- een scheutje room
- laurierblad
- 4dl melk
- rozemarijn
- een paar kleine takjes munt
Schil de raapjes en pompoen en snij in blokjes. Kook ze een paar minuten in gezouten water en stoof ze dan nog even aan in boter en met wat gedroogde rozemarijn.
Schil de pastinaken met een dunschiller en snij ze in kleine blokjes. Zet de melk op met goed wat zout in en een laurierblad. Gaar hierin de pastinaken tot ze zacht zijn. Giet de melk af en doe een scheutje room en een klontje boter bij de pastinaak en maak hiervan een puree met de staafmixer.
Hierna moet je je vlees bakken en dan nog de saus maken, dus je groenten koelen nogal snel af. Ik heb ze dan al op de borden geschikt en in een niet té warme oven (ong. 140°C) gezet.
Wrijf het vlees in met peper, zout en muskaatnoot. Smelt een flinke klont boter in een braadpan en schroei het vlees dicht. Schik het ook op de borden, en laat het nog wat verder garen in de oven terwijl je de saus maakt.
Blus het braadvocht in de pan met de porto, rode wijn en de wildfond. Laat dit stevig inkoken, en als het niet genoeg indikt, doe er dan wat Maizena instant en een lepeltje suiker bij.
En dan alles opdienen met wat groentenchips (ik heb ze in de pastinaakpuree vastgestoken) en een groen element zoals wat munt of peterselie.
Ik ga dat zeker nog gebruiken, die voorgemaakte fond, dat smaakt echt verrassend lekker! In een kookboekje dat we ook nog kregen staat een recept voor kwartels met witloof en marsepein. Challenge accepted!