Op de #208trip naar Bordeaux heb ik tot tweemaal toe de gelegenheid gehad om er in een sterrenrestaurant te gaan eten. Wat vooral opviel is dat het er een pak klassieker en traditioneler aan toegaat als bij ons. Dit kan toeval zijn, maar ik denk dat je toch algemeen de lijn kan trekken dat Frankrijk vasthoudt aan zijn rijke culinaire, zij het klassieke traditie. En daar is zeker niets mis mee, maar geen moleculaire hoogstandjes hier, en al zeker geen mos uit een bloempotje à la Rene Redzepi.
De eerste dag van de roadtrip mochten we voor de lunch halt houden bij Hotel Les Pléiades in Barbizon, even voorbij Parijs. Het restaurant van het hotel heeft één Michelinster, en aldaar werden we héél hartelijk onthaald. We waren blijkbaar de enige lunchgasten, en namen dus wat onwennig plaats in het donkere barokke restaurant.
Meteen krijgen we een glaasje bubbels en enkele hapjes voorgeschoteld: Een compôte van langoustine met toastje met foie gras, espuma van groene asperge met mandarijn (zeer verrassende combinatie!) en een bereiding met garnaal.
Als enige gasten volgden de gerechten mekaar snel op: als voorgerecht kozen we beide voor ‘coquillage met citroen en gekonfijte tomaat, gelei van zeewater en venkel’. De coquillage blijken verschillende zeevruchtjes uit schelpjes te zijn, die helaas soms een beetje rubberachtig waren. Dit gerechtje kan me eerlijk gezegd minder bekoren, maar het zag er wel fantastisch mooi uit! Het hoofdgerecht dat is wel helemaal mijn meug: gebakken pollack, puree met truffel en seizoensgroentjes. Perfect gebakken visje, zalig lekkere puree en de groentjes in verrassende vormen en texturen. Sarah koos voor de parelhoenfilet, die ook begeleid werd door de puree en seizoensgroenten, met ook nog een emulsie van thee. Ook van de overkant van de tafel kwamen goedkeurende smakgeluiden.
Het dessert was een echt kunstwerkje: ik kreeg een ‘geometrie van donkere, melk en witte chocolade’. Heel veel smaken en texturen, echt lekker, maar wel zwaar en veel. Sarah kreeg een echt prinsessendessertje: zandkoekje met ‘architextuur’ (woehoew, een woordspeling!) van rode vruchten. Het is duidelijk, in de desserten kan de chef zich helemaal uitleven! De chef kwam ons trouwens nog even gedag zeggen na deze voortreffelijke lunch, altijd leuk!
De volgende dag in Bordeaux werden we ‘s avonds verwacht bij Le Chapon Fin, evenzeer met een ster vermeld in de Groene Gids. Zoals het dergelijk restaurant betaamt, worden we weer zeer welkom ontvangen. Het restaurant is in het centrum van Bordeaux. Je wandelt binnen in een indrukwekkende ruimte, met alweer een rotswand als één van de muren (zoals in Vouvray). Sarah en ik twijfelden of het nu een echte rots was of niet…
Het glaasje bubbels staat alweer op ons te wachten, en daarbij krijgen we een schattig bordje amuses: soepje van groene asperge en courgettes, kroketje met morielles en een bereiding met rode biet. Als tweede amuse krijgen we ook nog rundstartaar met kwarteleitje en een espuma van Stilton.
We krijgen het menu ‘Parfums et découverte’. Het voorgerecht daarvan is een crème van linzen met kroketje van varkenspoot, gamba en een emulsie van witte truffel. Hoewel ik geen fan ben van linzen, kon dit gerechtje met wonderwel bekoren. Ook de varkenspoot is een first voor mij, maar smaakt echt lekker!
Mijn hoofdgerecht is smeltzacht lamszadel met een canneloni van gegrilde aubergine en kikkererwten en een sausje van geconfijte citroen. Een heerlijk gerecht met een knipoog naar het Midden-Oosten, weinig op aan te merken! Sarah krijgt gegrilde zeebaars met pompelmoes en een sausje van gekruide rode wijn. Minder mijne meug, maar Sarah is tevreden. De begeleidende wijnen, uitgeschonken door een cocky sommelier (het ging hem wel af) zijn trouwens ook voortreffelijk.
Dan volgt de surprise van de avond: er wordt ons een groot karretje vol met kaas voorgerold. Het wordt niet klassieker Frans dan dit! En daarbovenop krijgen we – I kid you not – ook nog eens eerst een pré-dessertje: tartaar van mango én als dessert millefeuille met aardbeien en mango, aardbeiensorbet en balsamico. Dat we ook nog eens gebak kregen bij de koffie achteraf, hoef ik niet meer te vermelden zeker?
Dat de Fransen aan de bakermat van de gastronomie stonden is zo meer dan bewezen voor mij!
Opmerking: de foto’s van Le Chapon Fin heb ik in een volgende blogpost geplaatst.