Ok ja, het is een beetje cliché om helemaal fan te zijn van Jamie Oliver. Erg origineel is het niet. Maar kijk. Hij doet het toch maar steeds opnieuw. Zijn TV-programma’s blijven me boeien, de boeken blijven erbij komen in mijn collectie, en de zelfgemaakte plats die smaken altijd erg goed. En als ik op reis ga naar de UK, dan wil ik natuurlijk ook graag eens (of toegegeven: meerdere keren) passeren in één van zijn restaurants van zijn indrukwekkend culinair imperium.
In Londen at ik eerder al bij Fifteen, Barbacoa en Union Jack’s. Op het to do-lijstje stond dus nog Jamie’s Italian, zijn ‘restaurantmerk’ met veruit de meeste filialen. In elke middelgrote tot grote stad in Engeland zeg maar.
Nu heeft het woord ‘keten’ een vieze bijklank bij ons. En ook wel een beetje terecht, de Carestels, Lunchgardens en andere plastieken plateau-ketens in acht nemende. Maar in Engeland (en erg vele andere landen ook trouwens), is het schering en inslag. En rekening houdende met het omstreden nieuwe horeca-kassasysteem dat er bij ons zit aan te komen, zullen wij (helaas) ook meer en meer die richting uitgaan. Voor een kleine zelfstandige restauranthouder bij ons wordt het onhoudbaar om zijn eigen zaak open te houden met alle zware lasten, controles en torenhoge personeelskosten. Erg jammer en fingers crossed dat het nog even kan voortgaan zoals het nu nog is…
Fin, dit kleine intermezzo even ter zijde, een ‘keten’ hoeft dus niet altijd slecht nieuws te zijn. Jamie Oliver (en ongetwijfeld een gigantisch team van knappe koppen achter hem) pakt dat wel erg goed aan. Ik ben gepasseerd bij Jamie’s Italian in Manchester, Bath en Brighton. Uiteindelijk ben ik enkel in Manchester gaan eten. In Bath stond er een lange wachtrij, en in Brighton op een zaterdagavond, geen kans dat je daar nog binnengeraakt zonder een lang op voorhand gemaakte reservatie. Maar ik heb dus wel de drie zaken kunnen aanschouwen, en hoewel er een duidelijke design-lijn te zien is, heeft elke zaak ook nog wel zijn eigen creatieve, gezellige interieur.
We belandden dus in Liverpool voor een zondagse lunch. Het pand is een imposant oud bank-gebouw, met verschillende verdiepingen. Op het gelijkvloers staat een mooie, lange houten bar met gedroogde hammen, strengen look en lekker uitziende wijntjes.
Foto’s website Jamie’s Italian
Wij krijgen een tafeltje toegewezen op de mezzanine. Op de kaart prijken echte Jamie-klassiekers, maar toch nog net altijd iets anders dan in de boeken. Kiezen is moeilijk, want er zijn allerlei heerlijke mogelijkheden (o.a. ‘barhapjes’), maar we houden het bij één gerecht.
Rondom ons zien we grote blikken Italiaanse tomatensaus staan op de tafeltjes. Vrij robuust, maar wel mooi met die Italiaanse etiketten. Even later rukken er obers aan met grote lange houten planken, waarop een heleboel kleine gerechtjes staan, die ze op de blikken plaatsen. Leuk gevonden, en ongetwijfeld overheerlijk!
Om te drinken kies ik voor Liberta. Een biertje speciaal ontwikkeld voor Jamie’s Italian, met véél hop. En het ziet er natuurlijk weer fantastisch uit:
Om te eten kan ik niet aan de risotto weerstaan. In ‘Cook with Jamie’ legt hij heel duidelijk uit hoe je goede risotto maakt, en zo doe ik het sindsdien altijd zelf, en ik ben er dus helemaal verslingerd aan. En nu mocht ik dus het ‘moederbord’ proeven: een versie met Italiaanse pikante worstjes, schelpjes en zeevruchtjes en als ‘pièce de resistance’ een gigantisch krokant gebakken scheermesje. Afgewerkt met citroenrasp, chilipeper en parmezaan. Fe-no-me-naal! Heerlijk pittig, zilt, romig. Comfortfood in’t kwadraat. Zonder twijfel de beste risotto die ik ooit at! Ik had op voorhand wat schrik dat het scheermesje ‘katsjoe’ zou zijn, omdat je scheermesjes meestal stoomt in plaats van bakt. Maar het was verrassend krokant en mooi zacht vanbinnen. Ik had in mijn leven ook nog nooit zo’n groot scheermesje gezien!
Op de kaart kan je ook kiezen voor bijgerechtjes, en hoewel ik wist dat de risotto goed zou vullen, kon ik het toch niet laten om toch ook een ‘plankje’ te bestellen: rauwe groentjes op ijs met een yoghurt-citroendip. Eerder een hapje, maar aangezien er niet erg veel groentjes in de risotto zitten, is het toch een zeer goede keuze. Heel eenvoudig: Griekse yoghurt met wat citroensap en –rasp: heerlijk fris en dan die superkrokante groentjes.
Mijn lief koos voor een rump steak salade. Het vlees is uitmuntend, een beetje gerookt, mooi gegrild. Daarbij komt een kruidenslaatje. Hij had geen bijgerechtje meer besteld, maar dat had hij beter toch gedaan: de smaken zitten goed, maar het is toch wat pover en eentonig. Een heerlijk krokant gebakken frietje erbij had niet misstaan (dat je er trouwens wel apart bij kon bestellen). Maar ik kan hem wel troosten met wat van mijn risotto.
Ondanks eten we ons buikje toch goed rond, en is er (helaas) geen plaats meer voor een dessertje.
Nog een laatste stop langs the loo leert me dat er in de kelder ook nog een zaal om te eten is: in een gigantische kluis staat een lange tafel. Schitterende tot de verbeelding sprekende plek, amai hier zou ik ook graag eens eten! Eens vragen aan mijn baas of we een vergadering kunnen beleggen in Manchester ;-).
In enkele steden hoort er bij Jamie’s Italian ook een ‘delishop’, en daar passeerde ik eens in Bath. In de rekken: talloze potjes met sauzen, chutneys, kruiden, enz… Ook natuurlijk een heleboel producten met Jamie-handtekening, en ik kon toch niet weerstaan aan een houten plankje, dat waarschijnlijk wel eens op een aantal blikken op mijn tafel zal komen te staan. Verder ook nog fijne vleeswaren, kaasjes, kraakvers brood (een unicum in de UK)! Ik shop mijn mandje vol, om ’s avonds op de camping nog eens te genieten van die heerlijke producten.
Conclusie: het is misschien wel allemaal groots en commercieel aangepakt, maar toch wordt er helemaal niet aan kwaliteit ingeboet. Integendeel! Knap gedaan, en mij zien ze daar maar al te graag terug. Ik ben fan, ik blijf fan!
1 Comment
Pingback: Food in de UK | Avocado van de Duivel