Ze zit er weer op, onze zalige zomervakantie naar Slovenië. We gingen 3 weken met ons gezinnetje van 3, met de auto naar daar, fietsen op de bagagedrager. We wisselden voor logement huisjes (via Booking & airBnB) af met kamperen.
Slovenië is niet supergroot (ongeveer zo groot als Vlaanderen), dus je bent overal best snel, al moet je soms ook wel rekening houden met een langere reistijd door bergweggetjes. Het is een welvarend, gemoedelijk en erg groen land, met vriendelijke maar ietwat terughoudende mensen (weer een vergelijking met Vlaanderen!). Er valt echt heel wat te beleven, ik licht graag 9 aanraders uit.
1. Murska Sobota & Ptuj (Prekmurje)
We startten in de meest Noord-Oostelijke punt van het land, Prekmurje genaamd. We logeerden er in een huisje in de buurt van Murska Sobota. Heel eerlijk? Er viel eigenlijk niet zó veel te beleven, maar dat vonden we helemaal prima. Het huisje was zalig (op een heuvel, met zicht over de vallei, een jacuzzi, regelmatig hertjes op bezoek in de ruime tuin,…) en dus perfect om je te ontspannen. Het was duidelijk niet zo’n toeristische regio, we werden meestal in het Sloveens aangesproken en zagen zo goed als geen buitenlandse nummerplaten.
We bezochten er een openluchtmuseum (Filovci), een soort van mini-Bokrijkje, waar een lokale keramiekartiest een typische taartvorm draaide, bezochten een drijvende watermolen (ok niet zo bijzonder), aten cevapcici met ajvar (de lokale specialiteit) en bezochten het mooie stadje Ptuj. Dit deel van Slovenië staat ook gekend voor zijn warmwaterbronnen en kuuroorden. We deden er een dagje in zwemparadijs Terme 3000. Beetje verouderd, maar best ok hoor. Er was zelfs een waterglijbaan die overkop ging (niet dat ik die gedaan heb).
Omdat we vlakbij de grens van Hongarije zaten, gingen we ook een dagje naar nationaal park Orség daar. Een leuke daguitstap, er zijn daar ook leuke meertjes om te verkoelen! Een andere dag staken we de grens over naar Kroatië, naar het stadje Varazdin, ook een aanrader (al was het toen 35 graden, puffen dus). Maar we vonden ook weer verkoeling in een ‘zwemplas’ (Aquacity). Hele leuke sfeer daar, zo relaxed allemaal! Er was zelfs een zwaan die bij ons kwam rondhangen!
2. Piran
Na de rust, verlangden we wel een beetje naar zee & strand. Slovenië heeft maar een korte kustlijn, en we vonden een airBnB in kuststadje Ankaran, in de buurt van Koper. Wel straf, bij ‘strand’ moet je je niet te veel voorstellen, het zijn daar meestal keienstranden, als die er al zijn. Vaak ga je van de betonnen kade rechtstreeks de zee in, mensen lagen ook vaak te zonnen op die betonnen kades… Niet echt aan ons besteed.
Het stadje Piran is wel een echte aanrader, al is het heel bekend (en dus toeristisch) natuurlijk. Het stadje ligt op de punt van een landtong en heeft overal van die iconische rode daken. Onder Venetiaanse invloed zijn er daar prachtige gebouwen en pleinen neergezet. We aten er lekkere gegrilde inktvis voor lunch (tip: ga trouwens voor de rijst bij de lunch, als die aangeboden wordt. Ik speelde op veilig met frietjes, maar de rijst wordt gemaakt in een heerlijke tomatensaus (en dus niet droog geserveerd), Fre gokte beter!).
3. Triëste en Muggia
De lokroep van Italië was te groot, het dorpje Muggia lag dan ook maar op 10 minuutjes rijden van ons verblijf in Ankaran. En naar Italië gaan, dat voelt toch altijd een beetje als thuiskomen! Dat dorpje Muggia is echt superschattig (het duurde welgeteld 5 minuten voor we onze eerste vintage Fiat Panda spotten): met een jachthaventje, kleine straatjes om over te dwalen en een geweldig mooi dorpsplein met prachtig kerkje. Ik at zalige gnocchi op het plein en we werden ook nog getrakteerd op een straattheatervoorstelling. Echt zo’n heerlijk dorpje dat je instant vakantiegevoel geeft!
Ook op maar een half uurtje rijden, is de Italiaanse havenstad Triëste. Helaas is het net sluitingsdag van de expo van Juan Miró die er loopt, maar de stad maakt wel degelijk indruk. Prachtige, statige gebouwen, gezellige straatjes, een echte koffiecultuur en goede restaurants. We aten een zalig lekkere lunch bij La Bottega dello Antiquario. Gevulde courgettebloemen met aïoli, gnocchi met burrata, tagliatelle al ragu en de beste risotto met rauwe langoustines. En allemaal heel betaalbaar, echt een dikke aanrader!
4. Skojanske grot
In Slovenië zijn er twee heel bekende grote grotten, Postojna en Skojanske, in die eerste rijdt een treintje en is zeker en vast de bekendste (en ook zeer prijzig). Klinkt allemaal zeer toeristisch en onze airBnB host raadt Skojanske aan. Gelijk had hij, want die waren echt geweldig indrukwekkend! Met een gids daal je in groepjes van ongeveer 40 personen in de grot af. Foto’s nemen mag helaas niet, maar de zichten laten wel een blijvende indruk na. Stalactieten en -mieten van duizenden jaren oud (een stalactiet groeit 1 cm per 100 jaar) en vooral de gigantische ruimte in de grot is zó indrukwekkend.
Er loopt een rivier door de grot, dus eigenlijk kom je in een ondergrondse canyon terecht. Er is een gangpad langs de randen van de grot (je ziet ook nog overblijfselen van de duizelingwekkende gangpaden die de eerste ontdekkingsreizigers in de grot maakten) en een loopbrug op 90 meter hoogte. Zeer ‘Lord of the Ringsy’ allemaal! Eens de tour voorbij is, zijn er ook nog een aantal hikes die je kan doen. We nemen de uitdagendste en die was ook weer heel indrukwekkend! Met meer dan 1200 trappen (jep, we hebben ze geteld) behoorlijk vermoeiend, maar de zichten maken dat ruimschoots goed.
5. Novigrad in Istrië (Kroatië)
We deden zoals eerder vermeld ook een tussenstop in Kroatië, we hadden nog wel enkele dagen zin in zee, dus gingen kamperen in Istrië. Een camping legden we niet op voorhand vast, om zeker ergens een plekje in de schaduw te kunnen kiezen (want het was meer dan 35 graden!). Na enkele campings gepasseerd te zijn, belandden we uiteindelijk op een gigacamping. Niet echt een topkeuze, en ik had er wel wat spijt van (want: te druk, te duur, etc), dus die ga ik hier niet linken. Istrië bleek over het algemeen heel toeristisch te zijn, en met ook nog eens een hittegolf erbij, was het precies allemaal wat veel. Dus veel meer dan dobberen in de zee werd er op sommige dagen niet gedaan…
Een uitzondering vonden we het dorpje Novigrad. We passeerden daar op een – weliswaar heel hete – middag, en het was er echt superrustig! Gezellige straatjes, leuke street art (met de typische maar toch o zo fotogenieke kleurrijke parapluutjes), een mooie oude stadsmuur (met leuke ‘alkoof’ waar we veel foto’s namen) en een goede gelateria.
Het is ook een goed punt om een ‘dolphin cruise‘ te boeken. In de jachthaven vind je vele standjes waar je een boottocht kan boeken, meestal tegen het einde van de dag. Wij boekten bij Nevera Boat Excursions, een sympathieke gast met een relatief kleine boot, er zat nog 1 gezin van 4 personen op. De kans dat je dolfijnen ziet is groot, maar nooit 100% gegarandeerd. Maar we hadden geluk. De verschillende kapiteinen bellen naar mekaar door waar ze dolfijnen gespot hebben, en uiteindelijk ligt iedereen wel wat samen in de zee te dobberen op zoek naar dolfijnen. Omdat we een vrij klein bootje hadden, konden we de dolfijnen wel goed spotten. Leuke activiteit!
6. Soça Rivier
Een van dé bekendste regio’s in Slovenië zijn de Juliaanse Alpen met de iconische helblauwe Soça-rivier. We kampeerden er op Camping Koren in het dorpje Kobarid, wel een goede camping! Ik heb al veel gereisd, en deze regio vind ik écht van het mooiste dat ik in mijn leven al gezien heb. Zo’n prachtige natuur! Ideaal om te wandelen, fietsen, watersporten,… Na de hittegolf is het weer wat gekeerd, en krijgen we wel heel wat onweders op ons (tent)dak.
Ik ging ook raften (Fre bleef thuis met Timo en zou de volgende dag gaan), en dat werd me wel een avontuur… Bij het vertrekken was er nog helderblauwe lucht. Tijdens het raften echter – dat an sich ook al best pittig was – keert het weer helemaal en begint het ook te onweren. Ik zie zelfs een windhoos en op de oever knakt een hele rij bomen af alsof het niets is. Best wel een grellige ervaring, zo op een bootje in een kolkende rivier. Het voelde wat aan als Pukkelpop-storm meets The River Wild. Toegegeven: ik heb bange momenten doorstaan (dít hadden ze ook nog nooit meegemaakt bij de raft-organisatie), maar achteraf gezien was het wel een grave ervaring. Ik zat in een bootje met een cool Frans gezin, zij gaan het ook niet snel vergeten denk ik.
Verder bezochten we – naast wandeltochtjes en ijskoude zwempartijtjes in de buurt van onze camping – ook nog de Tolminkloof. Een prachtige canyon die je prima kan bewandelen. En nog een tip: parkeer op de 2de parking, die is gratis met shuttlebus (of wij namen onze fietsen mee).
7. Ljubliana
Stond initieel niet op onze planning, maar het werd toch te vaak aangeraden om Ljubliana ook te bezoeken. En inderdaad, zeker en vast een bezoekje waard! Met onze fiets reden we naar Ljubliana Castle (bovenop een heuvel met uitzicht over de stad) en verkenden we nadien het centrum te voet. Leuke vibes, gezellig aan de rivier, met veel groen en Wes Anderson-achtige gebouwen. De stad kon me zeker bekoren! We aten een geweldig lekkere Aziatische lunch bij Bamboo en gingen met een naderend onweer ook nog naar The House of Illusions, zo’n illusie-museum zoals je dat vaak in steden vindt tegenwoordig. Beetje tourist-trappy, maar Timo vond het wel heel leuk.
8. De meren: Bled en Bohinj
Ook niet te missen als je Slovenië gaat: de meren! We logeerden in de buurt van Ljubliana, en van daaruit was het een dik uurtje rijden naar de meren. We gingen daar niet in de buurt kamperen uit vrees dat het te druk zou zijn – en dat bleek ook wel zo. Eerst gingen we naar Bled. We parkeerden wat buiten het dorpje Bled zelf, en namen onze fietsen. Het meer is echt mooi, met dat schattige eilandje in het midden, maar het was er zoals verwacht superdruk. Er is een leuk wandelpad rond het meer, maar wij gingen voor de iets bredere ring met de fiets.
Zwemmen is niet overal toegestaan in Bled, dus na het fietstochtje besloten we meteen door te rijden naar Bohinj. Helemaal anders, maar ook heel mooi, met die steile bergen die vanuit het meer omhoog schieten. Daar doen we wel ons zwemmeke en huren ook nog een kano voor een uurtje. Toegegeven, het was een blitsbezoek, maar ik heb niet echt het gevoel dat we veel gemist hebben. Maar ongetwijfeld is het ook een aanrader om wat langer aan de meren te vertoeven.
9. Grosuplje
Voor ons laatste verblijf boekte ik opnieuw een AirBnB, kamperen werd wat te onvoorspelbaar met de vele onweders. Ik vond een supercoole slaapplaats ten zuidoosten van Ljubliana, in Grosuplje. We logeerden bij een imker, Andrej, die een echt ‘bijenhotel‘ gebouwd heeft. Het is een chalet met 3 slaapplaatsen (voor mensen) en daarnaast staan er 6 bijenkasten in het huisje! Mens en bij hadden elks hun aparte ingang :-). De bijen vliegen langs de zijkant van het huis via een smalle spleet naar binnen in hun bijenkast, die bovenaan met gaas was dichtgemaakt. ‘Onze’ deur zat op de andere kant, en komt blijkbaar niet in de weg van de vliegroute van de bijtjes, waardoor ze niet naar binnen komen via daar (al hou je de deur dus wel dicht).
Het huisje is superleuk ingericht en het ruikt er echt heerlijk naar bijenwas. ’s Nachts hoor je ook het zoemen van de bijtjes, heerlijk rustgevend. Aan het huisje is ook nog apart een keuken en zitplaats, die is ingericht in de garage van het grote huis. Andrej geeft ook ‘honingmassages’, heel bij-zonder ;-).
Grosuplje is net zoals Murska Sobata niet de grote toeristische regio, maar dat vinden we – zoals je waarschijnlijk wel doorhebt – helemaal niet erg. We gaan er een dagje in de buurt fietsen (véél heuvels) en qua afstand is het ook perfect om Ljubliana en de meren te bezoeken.
Tot slot geef ik nog graag Antica pizzeria & lounge bar mee, fijne eetplek én the place to be voor de lokale jeugd.
Voilà, dat was het verslag van onze heerlijke vakantie in Slovenië in juli 2023. Enkele weken nadat we er geweest zijn, zijn er heel wat delen van het land helaas zwaar overstroomd. Hopelijk is de schade niet te erg en kunnen jullie in de toekomst ook nog genieten van deze prachtige plekjes!