Zoals je misschien al gelezen had, waren we een beetje teleurgesteld dat we amper een aapje gezien hadden bij The Gibbon Experience. Na twee maanden reizen hadden we eigenlijk zo goed als nog geen enkel dier gezien (kakkerlakken en muggen niet meegerekend), en het zou er hier van moeten stikken, in Zuid-Oost Azië!
En toen kwamen we in onze Lonely Planet tegen dat je een ‘behind the scenes’ tour kan doen in de zoo vlakbij Phnom Penh. Na wat opzoekingswerk kwamen we tot 2 constataties: 1. De reviews zijn lovend! 2. Het is verdorie erg duur: $150 per persoon. Slik! Maar na nog wat verder zoeken, blijkt dat het geld gezien wordt als een donatie, om het project te ondersteunen. Ach ja, we zullen dit jaar toch geen balpennen van de Damiaanactie of rodekruisstickers kopen, dus gingen we ervoor!
Het Phnom Tamao wildlife centre is trouwens niet zomaar een zoo, maar een opvangcentrum voor geredde dieren. Als enige land in Zuid-Oost Azië, is het in Cambodia verboden om wilde dieren als huisdier te nemen, en natuurlijk is stropen of dieren exporteren (vooral naar China) ook verboden, bij wet. Daarvoor is de Wildlife Alliance opgericht, die met hulp van het Cambodiaanse leger, de dieren opspoort, confisceert, en hopelijk een nieuw leven kan geven in het rescue center. Ze stellen alles in het werk om de dieren opnieuw te kunnen vrijlaten in de natuur, maar niet elke diersoort kan terug rehabiliteren, en dan blijven ze in het centrum om er de beste zorgen te krijgen. En dat konden we dus met onze eigen ogen gaan zien. (én gaan spelen met de aapjes, toegegeven, een nog net iets betere incentive voor onze gulle donatie.)
We zijn met een groepje van acht, en onze gids: Nicky. Een Canadese die er vrijwilligerswerk doet, en elke dag de ‘behind the scene tour’ op voortreffelijke manier begeleidt. Zo vertelt ons honderduit over alle verschillende dieren, en hun ‘reddingsverhaal’. Na wat fruit op de markt gekocht te hebben, rijden we het park binnen, en ontmoeten meteen de ambassadrice van het park (zeg maar het ‘stokolifantje’): de olifant Lucky die op stap is met haar verzorger. Wat een zicht! Meteen wordt onze tros bananen bovengehaald, die Lucky in no time verslindt, met huid en haar. Een olifant eet maar liefst 100 kg per dag, die bananen zijn als een soort klein tussendoortje voor haar.
Lucky werd gered als klein olifantje, nadat haar moeder werd doodgeschoten door stropers. Lucky werd van jongs af getraind door de hoofdverzorger van het park, en is daardoor zeer vriendelijk voor mensen. De 3 andere olifanten van het park, die we daarna gaan bezoeken, zijn niet van jongs af zo opgeleid, en zijn dus wel degelijk zeer gevaarlijk, en zitten veilig achter een grote omheining.
Er is onder andere een olifantje (ik weet zijn naam niet meer) van 8 jaar dat zijn voorpoot kwijt is, door op een mijn te stappen. Voor hem hebben ze speciaal een protese laten maken, die maar liefst om de 6 maanden moet vervangen worden, omdat de olifant nog groeit natuurlijk. We zien ook hoe Chouk, een groot mannetje, elke dag wordt getraind door de mahouts (olifantentrainers). Aan de hand van beloningen leren ze allerlei ‘choreografiën’, zodat de olifanten goed meegaand zijn als ze verzorgd moeten worden (bijv. De poten nakijken, zodat die niet kunnen ontsteken door een wondje). Positive reinforcement heet dat, en daarbij willen ze vooral ook aantonen dat een olifant niet mishandeld hoeft te worden om volgzaam te zijn, zoals zowat overal elders wordt gedaan. Chouk houdt er wel nog steeds zijn eigen karakter op na, en staat doodleuk met zijn slurf ons te besproeien met speeksel…
Het strafste ’truukje’ dat ze Lucky hebben aangeleerd, is dat ze kan schilderen! Wij krijgen allemaal een witte T-shirt aangemeten, en Lucky krijgt een penseel tussen haar slurf, waarmee ze ons met verf bekladdert. Geweldig! Olifantenkunst om mee naar huis te nemen…
We passeren voorbij een heleboel dieren zoals pythons, Aziatische beren en luipaarden, steeds voorzien van een nuttig woordje uitleg van Nicky. In het park zitten zowat 1200 dieren, dus ze allemaal zien is uiteraard onmogelijk. Gelukkig zien we wel een vrouwtjesgibbon, die ook erg blij is om ons te zien: ze laat haar gewillig aaien door ons! Gibbons zijn van nature hele schuwe dieren, maar deze werd opgebracht in een huis, en is mensen dus gewend, meer zelfs: ze denkt dat ze zelf een mens is! Waar andere mensapen zeer aggressief reageren als je hen in de ogen kijkt, of je tanden laat zien, vindt zij dat net leuk.
We gaan ook op bezoek bij Mr. Rong’s tijgers. Deze zitten wel veilig achter omheining, want zijn wel degelijk heel gevaarlijk, enkel Mr. Rong, hun verzorger-van-jongs-af, kunnen ze verdragen. Meer zelfs, één van de mannetjestijgers neemt blijkbaar specifiek aanstoot aan Frederic, en geeft hem een golden shower, haha!
We eindigen de dag bij de ‘nursery’, waar de jonge diertjes zitten, geweldig! We zien 2 jonge leopard cats, ’s werelds kleinste wilde katten. Ze worden ongeveer even groot als onze poezen, en hebben dat geweldig luipaardenpatroon, maar kunnen dus helemaal niet als huisdier gehouden worden (zoals vaak verkeerdelijk wordt gedacht), en zo komen er dus veel terecht in het Wildlife Centre. Eens ze groot genoeg zijn, kunnen ze trouwens heel gemakkelijk terug vrijgelaten worden in de jungle.
En dan ontmoeten we de überschattige slow loris: de enigste giftige primaat die er bestaat. Ze maken gif aan in hun ‘ellebogen’, dat dan opgelikt wordt, en verspreid wordt met hun tanden. Mensen willen zo een huisdiertje omdat ze zo schattig zijn, en laten de tanden trekken, met alle kwalijke gevolgen van dien! Als een slow loris klein is, laat het zijn moeder geen seconde los, en vandaar de teddybeer als surrogaatmoeder, schattig toch! Hoe ouder ze worden, hoe verder ze weg gaan, maar ze zullen er wel voor zorgen dat ze de moeder (of teddy) nog altijd met één handje raken.
Met nog één laatste ontmoeting zit onze geweldige dag er weeral op, maar wat voor één: met de jonge makaken. We hebben fruit mee, en krijgen de instructie niet te opgewonden te geraken, te luid te lachen of roepen, want dat zou de aapjes alleen maar gekker maken. Maar allemaal geen baat: eens wij de kooi betreden, worden de 3 aapjes helemaal gek, en springen wild op ons rond (ideale springplanken, mensen!), wringen het fruit uit onze handen en zwaaien wild in het rond. Maar het is echt zo geweldig! Zoals dat ene aapje dat aan de touwtjes van mijn broek gaat hangen, en wild in het rond draait. En ja, er vliegt plots ook apenkak in het rond, tja… En de mannen worden gevlooid, haha! Echt om nooit te vergeten. ’s Avonds terug in Phnom Penh wel eens goed gedoucht.
Er staat geweldig veel info op hun website, en de Facebook pagina is ook heel leuk om te volgen.