Vorige week gingen we op skivakantie naar St-Luc in Zwitserland. We werden uitgenodigd door mijn man zijn nichtje. Die is samen met een Nederlander wiens familie enkele appartementen heeft in het gezellige dorpje in de Zwitserse bergen. Het is het tweede jaar dat we met het gezinnetje meegaan (mijn man gaat al enkele jaren langer mee eigenlijk), en het is weer enorm bevallen!
Over bevallen gesproken, vorig jaar was ik 6 weken bevallen toen we meegingen. Een beetje geschift achteraf bekeken. Met zo’n klein baby’tje en ik nog aan’t herstellen van een keizersnee. Maar het heeft ons toen enorm deugd gedaan, net als dit jaar!
Zwitserland, het is een magische bestemming. Speciaal volkje, met hun neutraliteit en hun topcraftmanship en hun prachtige landschappen. Alles ademt authenticiteit. Laten we dan ook maar meteen een torenhoog cliché bevestigen: Zwitserland is pokkeduur. Telkens als je daar in de winkel staat val je bijna omver van de prijzen. We nemen onze boodschappen dan ook mee uit België/Nederland. Aan de andere kant, wat je er koopt, is van topkwaliteit. Van het brood van de lokale bakker in St-Luc tot de chicken nuggets op de skipiste. Die combinatie van dingen zelf meebrengen en enkele topproducten van daar kopen is ondertussen een beproefde succesformule.
Ze land of ze cheese
Het is ook traditie om op de laatste avond kaasfondue te doen. Zo goed! Witte wijn laten opkoken, een heerlijke Zwitserse kaasmix erbij en kirch en dan dippen maar met blokjes brood, rösti, uitjes en cornichonnekes. En ananasjes, zoals 1 van onze Nederlandse vrienden voorstelde. Misschien heiligschennis, maar ook heel lekker! Verder at ik qua Zwitserse speciliteiten ook harige pannenkoeken en ‘croute’: een hele dikke boterham gedrenkt in wijn, met ham en véél kaas in de oven en een spiegelei. Loodzwaar en enkel acceptabel als je terugkomt van een hele lange bergwandeling…
Een raclettedeur, in Zwitserland hebben ze dat…
Een stevige croute
De ski/snowboard
St-Luc is 1 van de skidorpjes van Val d’Anniviers. Met een skipas die je in St-Luc koopt (ongeveer 250 CHF voor 6 dagen), kan je ook nog skiën in het aangrenzende dorp Chandolin. Vroeger kon je met je pas blijkbaar ook nog een dag naar Crans Montana en Grimentz, maar daar moet je tegenwoordig helaas voor bijbetalen. St-Luc/Chandolin beslaat zo’n 60 km piste. Een klein gebied maar met wel hele mooie brede pistes, prachtige zichten op de Zwitserse toppen (ja, ook de Matterhorn) en mooie stukjes off-piste.
Er hoort ook wel een grote maar bij, zeker voor snowboarders, want een groot deel van de liften in St-Luc zijn sleepliften: ankers en pannenkoekliftjes. Een andere snowboarder in ons groepje lijkt daar allemaal geen last van te hebben, maar ik vind het heel vervelend. Het zijn hele lange slepers, net naast de mooiste pistes, en ik ben er al een aantal keer afgevallen. Pijnlijk en lastig. Zo zou er een hele mooie lange dalafdaling zijn, de Prilet, maar die heb ik dus nog nooit kunnen doen omdat je er enkel geraakt met sleepliften. Bijna alle pistes in Chandolin worden bediend met zetelliftjes.
Om in St-Luc van het dal tot het eerste tussenstation te geraken, is er een funiculaire, waar je als voetganger ook mee meekan. Er is een zelfbedieningsrestaurant, Le Tsapé. Een beetje ongezellig, maar wel met een prachtig zonneterras met uitzicht over de bergen (en gratis wifi :-)). Je kan er in de omgeving ook wandelen met sneeuwschoenen, maar dat was voor ons toch helaas niet echt aan de orde met kinderwagens en/of draagzakken.
We hebben trouwens ook weer heel veel geluk gehad, want er is een gigantische lading verse sneeuw gevallen net voor we toekwamen. Daarvoor was er amper nog maar iets gevallen. En wij hebben een hele week lang staalblauwe hemel en zonneschijn. Ijskoud wel, tot -15 graden. Dat heb je wel eens al je in januari gaat skiën :-).
In het dorp rijdt pendelbus die je gratis naar de voet van de funiculaire neemt. Online kan je op de kaart volgen waar de bus juist is in het dorpje, wel handig. Tijdens het laagseizoen stopt de pendelbus over de middag een paar uurtjes.
Het dorpje
St-Luc is een klein dorpje dat gelukkig zijn authenticiteit nog niet verloren heeft. Schattige houten chalets en oude graanschuren. Er is een bakker, een supermarktje, een après-skibar en enkele restaurantjes. Frederic zijn nicht kreeg het voorbije jaar ook een dochtertje, dus trokken wij er regelmatig samen op uit als de mannen gaan skiën waren (of vice versa he, wij hebben ook wat pistekes gedaan!). Meestal belandden we dan in Bar Marie. Een fijn plekje met ontbijtjes, lunch en zoet en een heleboel (uiteraard peperdure) delicatessen te koop. En een prachtig panoramisch uitzicht over de bergen.
Op 20 minuten rijden van St-Luc is er nog een schoner en authentieker dorpje: Grimentz. De laatste dag, voor we naar huis reden, passeerden we daar ook nog even. Echt zo mooi en romantisch. Het verbaasde me eigenlijk dat er geen karrenvrachten Aziatische toeristen worden afgeleverd. Maar gelukkig ook… In de zomer zou het ook de moeite zijn. Dan zetten alle bewoners geraniums op de schattige houten balkonnetjes.
Je merkt het, we hadden het naar onze zin in Zwitserland, uiteraard ook dankzij het fijne gezelschap Brabantse vrienden! En in maart gaan we ook nog eens naar ons geliefde Sauze D’Oulx in Italië. Daar kan niets aan tippen natuurlijk!
2 Comments
Wij hebben hetzelfde skipakje 🙂 Fijne blof over een skigebied dat we nog niet kenden! En dus kidsproof…
Een Hema evergreen ;-). Ja erg fijn plekje. Kidsproof, dat wel, maar niet zo heel veel te beleven als je de skipiste niet op kan…