Gastblogpost door de papa.
Caroline en Frederic hadden het idee om hun ouders eens uit te nodigen naar het verre Oosten tijdens hun lange reis aldaar! Wij vonden dat ook een goed idee maar moesten er toch eventjes over nadenken. Uiteindelijk vonden we het toch een unieke gelegenheid om ook een stukje van hun odyssee mee te maken!
Mijn eerste reis buiten fort Europa! Bali, het meest toeristische van de vele eilanden van Indonesië leek een goeie bestemming voor een beginnende wereldreiziger. Bali ligt eigenlijk toch al heel ver (12.000 km), net onder de evenaar, tamelijk dichtbij Australië, de andere kant van de wereld zou je kunnen zeggen.
We hebben een rondreis geboekt via Connections, in september, nog de droge periode voor de moesson. De rondreis ging van Tabanan in het zuidwesten naar Permuteran in het noorden, dan naar Ubud in het midden en dan naar Candidasa in het oosten. Van daar ging het per speedboot naar het eiland Lombok. Van daar terug naar Denpasar in Bali per vliegtuig en aansluitend terug naar huis. Caroline en Frederic reisden dan verder naar Java.
We overnachtten in “charmehotels” die altijd op wat afgelegen maar zeer mooie locaties lagen. Iets luxueuzer dan Caroline en Frederic gewoon waren, maar dat mag ook eens! Het werd een heel mooie en bijzondere reis met altijd prachtig weer.
Het hoogtepunt van onze reis was natuurlijk het, na vele maanden, het blije weerzien met onze kinderen. Van dan af kon het eigenlijk al niet meer stuk.
Onze eerste activiteit in Bali was een fietstocht met gids vanuit Tabanan naar de tempel Tanah Lot aan zee. De tocht was heel bijzonder maar toch ook een uitdaging voor ons! Eerst langs de te smalle paadjes tussen de prachtige frisgroene rijstvelden (sawa’s) en dan op zeer slechte wegen door kleine dorpen (“the reality of the village”, aldus de gids), waar we wel overal hartelijk verwelkomd werden met ‘helloo’ door zowel volwassenen als kleine kinderen of schoolkinderen in hun mooie uniformpjes. De meisjes altijd met schattige kattenstaartjes. In die dorpjes zie je wel de armoede, maar elk huisje heeft een typische poort met tempel en altaar en er is ook altijd een grotere tempel van de gemeenschap.
Soms moesten we ook langs grotere wegen rijden of ze kruisen met een chaotisch verkeer van brommers, auto’s en vrachtwagens en ze rijden daar ook nog eens aan de verkeerde kant van de weg! Op de brommers zitten soms hele families met kinderen en zelfs baby’s zonder enige bescherming. Andere brommers hadden een ongelooflijk grote lading mee waarvoor wij een grote camionette zouden huren. Dat is allemaal heel gewoon daar.
Tanah Lot is beroemd door zijn unieke ligging op een schiereiland en dat was te zien aan de massa toeristen en ook Balinezen die ook naar de zonsondergang kwamen kijken. En toen de zon juist onder was, vlogen er ineens enorme zwermen vleermuizen uit de grot onder de tempel, spectaculair!
Aansluitend konden we nog genieten van een traditionele dans op een domein vlakbij: de Kesak of apendans met typische ’tsjakketsjakketsjak’ geluiden. Nadien mochten we samen met de mooie danseresjes op de foto!
Dan trokken we naar het noorden, richting Permuteran. Voor mij persoonlijk was de snorkeltocht nabij het eiland Menjangan een 2de hoogtepunt. De tocht ernaartoe in een klein bootje vond ik al heel leuk. Het was voor mij de eerste keer snorkelen en ik kon bijna mijn ogen niet geloven: de vele tropische vissen in alle kleuren en vormen zwommen rustig rond vlak onder mij, tussen de prachtige koralen, soms aan de rand van een diepere afgrond. De mooiste natuurdocumentaire die men zich kan inbeelden! De ongereptheid ervan vond ik nog het meest verbazend. Onvergetelijk!