Wat ook al lang op mijn verlanglijstje stond, is om hier in Azië eens in een heel goed restaurant te gaan eten. Niet dat ik tot hiertoe al klachten heb gehad: we hebben al de lekkerste dingen gegeten aan kleine kraampjes, vanop een plastieken krukje 5 cm boven de grond. Maar echt ’fine dining’, dat was er nog niet van gekomen.
In De Wulf. At last!
Ik had geen torenhoge verwachtingen. Toen Kobe Desramaults vorig jaar verkozen werd tot chef van het jaar door Gault Millau, hoorde daar ook een lunch van zijn hand bij. Het was goed hoor, maar gewoon minder mijn ding, dacht ik toen. Maar oordelen afgaande op één keer doe je best ook niet. En met enkele vriendinnen die aan mijn mouw trokken, werd er dan toch besloten ter ere van mijn 30ste dat ik er toch eens heen moest, naar In De Wulf, in het verre Dranouter.
Niets dan goeds had ik er al over gehoord, over Bistrot Miro. Een zeer dringend bezoek drong zich dus op, en zo dacht @elidesc er ook over: een datum en reservatie met de oudgedienden van zesta.be was dan ook snel geregeld.
Het interieur spreekt meteen aan: prachtige visgraat parket, donkere tinten met hout-accenten en een schitterende grote retro-foto aan de muur: het is een gekend Bistronomisch succesrecept.
Op 11 juli is het feest voor mij. Niet uit Vlaamsgezinde overwegingen, maar omdat het één van de weinige dagen is dat ik vrijaf heb, en andere mensen niet. En zodoende dat de meeste restaurants ook open zijn voor de lunch.
Moest ik kunnen, ik zou het wel vaker doen, uitgebreid gaan lunchen. Eerst en vooral is het vaak voordeliger, minder druk (dus minder vroeg op voorhand te reserveren), een ‘mildere’ portie én geen overeten gevoel ’s avonds. Helaas openen de meeste restaurants hun deuren niet voor de lunch in het weekend (Volta en In De Wulf wel trouwens!), wat natuurlijk ook wel begrijpelijk is. Maar reden te meer dus om er op deze vrije dag van te profiteren!
Restolijstjes, Bistronomie-gidsen, nieuwe dingen ontdekken… Het kan serieus prijzig worden met die hobby van mij. Maar gelukkig zijn er leuke initiatieven voor de Bourgondische medemens, neem nu een fantastisch festival als Culinaria, of naadloos daarop aansluitend: Restaurantweek.
Na de smaakvolle ervaring bij Dock’s Café, was het dus ook uitkijken naar de lunch bij Pakhuis in Gent, enkele dagen later.
Naar aanleiding van het magazine Pleasures dat ik in de bus kreeg, werd ik uitgenodigd om de zelfgekweekte producten van boerderij ‘Le Devant’ te gaan proeven bij Dock’s Café in Antwerpen, en Pakhuis in Gent. En zo gebeurde het dat ik voorbije week met open armen ontvangen werd in de twee restaurants: Bij Dock’s voor een diner, en bij Pakhuis voor een lunch.
We noemen het ‘battle of the foodbloggers’, maar eigenlijk is het gewoon gezellig uit eten en drinken gaan met een bende gelijkgezinde bon vivants met een vlotte pen. Sfeer en gezelligheid gegarandeerd!
Het lijkt een traditie te worden: exact een jaar geleden gingen we met de former zesta.be-ladies eten bij De Pastorale in Reet. Om op het nieuwe jaar te klinken, werd het dit jaar het hoog ‘ge-verlanglijste’ Nuance in Duffel, van de jonge tweesterrenchef Thierry Theys.