Na Kuching trokken we verder oost, richting Miri. Een uitputtend lange busrit later, kwamen we na middernacht pas aan in de stad. Een helse taxirit later, deden ze gelukkig nog open in ons guesthouse waar we gereserveerd hadden.

De volgende dag was het zondag, en was er in heel de stad niet veel open: we hadden gehoopt een reisbureautje te vinden dat ons naar één van de nationale parken in de omgeving kon nemen, maar het zou dus niet voor vandaag zijn. We zijn dan zelf wat opzoekingswerk beginnen doen, vooral over Mulu park, dat er heel beloftevol uitzag: indrukwekkende rotsformaties, een ’headhunters trail’, vleermuizengrotten, enzovoort. Maar, helaas kan je enkel per vliegtuig of met een lange onbetrouwbare boottocht in Mulu geraken. We waren nog maar net op Borneo geland, en we moesten alweer een vliegtuig inspringen! En ook: het bleek allemaal verschrikkelijk duur te zijn! 

Om bijvoorbeeld te overnachten in ’camp 5’, naar wat we lezen een overdekt bamboeplatform aan een rivier waar ook enkele gaspitjes zijn, moet je maar liefst 50 euro per persoon betalen. Een trekking naar ’the pinnacles’, lees: een godganse dag bergop lopen, kost je 150 euro per persoon. OK, wij reizen op een matig budget en moeten wat op onze centen letten, maar we willen ons daar ook niet te veel door laten beperken, maar deze prijzen lijken ons gewoon niet te verantwoorden! Helemaal ontmoedigd viel ons oog op een kleiner, minder bekend nationaal park: Lambir Hill Station.

Een busritje van een half uurtje later, en we staan al voor het nationaal park. Het park zou bekend zijn om zijn waterval, en het feit dat het het meest biodiverse natuurpark ter wereld is, aha! Op voorhand een chalet boeken in het park, dat zou volgens de toeristische dienst in Miri niet nodig zijn, en effectief: veel volk zagen we er niet rondlopen. We kregen onze eigen chalet, voor de zeer economische prijs van 12,5 euro per nacht (in your face, Mulu). Basic, maar best wel ruim. 

Het wandelen kon beginnen! Op onze eerste dag trekken we via een gemakkelijk pad naar de waterval, met een mooie zwemvijver aan. De infrastructuur daar doet vermoeden dat het wel eens een (lokale) trekpleister kan zijn, maar wij zijn daar voorlopig op ons eentje. Even later zien we nog enkele Chinezen die het water veel te koud vinden. We besluiten nog een effort te doen, en nemen de weg terug naar het park via een heuvel, stevige wandeling! Er is een beperkte kaart om iets te eten, geserveerd door een sympathiek ventje en de kat die steeds in zijn kielzog loopt. Er komt ook nog een Nederlandse jongen toe, die op zijn eentje rondtrekt, maar verder hebben we het park voor ons alleen.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De volgende dag gaan we voor een stevigere trekken, en laten we een lunchpakketje (gebakken noedels en rijst) inpakken door het sympathiek mannetje en zijn kat. De klim van de dag ervoor zit nog wat in mijn benen, en de naam van het park doet het ook al vermoeden (Lambir Hills als kleine geheugenopfrisser) dat de trails heel de tijd stijgen en dalen zijn. Van het fameuze wildlife zien we ook niet veel, maar een beetje deftig wildlife laat zich ook niet zomaar zien, behalve die keer dat Frederic héél luid en héél enthousiast ”een eekhoorn!!! …. of een muis!” roept. Een waar hoogtepunt. Ook noemenswaardig zijn onze fluitconversaties met de vogels in het park. Door het gebladerte zien we niet al te veel, maar het lijkt wel echt of de tsjilpers antwoorden op wat wij fluiten. En dan zijn er ook nog gibbons die een brulconcert inzetten. Dus wat we niet gezien hebben, hebben we zeer goed gehoord. Uiteindelijk klokken we af op ongeveer 10 km wandelen, toch niet slecht in die tropische hitte.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Nog een nachtje in onze gezellige blokhut, en dan vertrekken we opnieuw richting Miri. Er is die dag geen bus meer naar Kota Kinabalu, onze eindbestemming op Borneo, en besluiten dan om een bezoekje te brengen aan de sultan van Brunei…
Gemarkeerd - 7
Guru Freetje voelde zich na enkele dagen afzondering helemaal één met de natuur 😉

Auteur

Culinair redactrice, freelance copywriter, blogger bij avocadovandeduivel.be, enthousiaste restaurantbezoeker, receptontwikkelaar, hongerige reiziger,… Als het maar met lekker en goed eten te maken heeft!

1 Comment

  1. pascale dhont Reply

    Prachtig! De plek voor jullie alleen. Niet altijd makkelijk te vinden. In Borneo dus nog mogelijk….en in Ijsland 🙂

Schrijf Een Reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.